L’AMOUR TOUJOURS? #5

Met de dokter is het niets geworden. Mannen……Maar deze week heeft Eline een nieuwe date via Tinder. Gaat dit hem dan worden? Lees snel verder voor haar verhaal.

De expert

Zullen we een hapje eten?” appt mijn date. Met het vooruitzicht van een weekend zonder afspraken stem ik  in met zijn voorstel.

Het regent die bewuste avond, en ik ben ruim een kwartier te laat. De man in kwestie staat op de parkeerplek, een paar honderd meter van het restaurant, op me te wachten. Ik geef hem een hand. Hij kijkt sacherijnig. Man met een vierkant gezicht, grove gelaatstrekken. Nauwelijks langer dan ik.  Hij mist bovendien een hoek tand. Lijkt niet op zijn profielfoto. Nou ja, tien jaar geleden misschien. Ik voel me bedrogen.

“Aangenaam”, jok ik. De teleurstelling in mijn stem duidelijk hoorbaar.

“Insgelijks”, bromt de date.

Met m’n fiets aan de hand loop ik richting restaurant. De man sjokt erachteraan.

“Loop eens wat harder”, grap ik, maar hij negeert me, en kiest zijn eigen tempo.

Ik parkeer de fiets tegen een boom en hannes met het verroeste slot.

“Vraag jij binnen of er plek is,” en tover een extra ketting uit de fietstas tevoorschijn.

Hij doet wat ik hem vraag. Het is een populair restaurant en we hebben niet gereserveerd. Maar we zijn vroeg, het restaurant is, op een paar medewerkers na, nog helemaal leeg. Buiten onder de luifel zitten twee oudere stellen elkaars handen te verwarmen.

We kiezen een tafeltje aan het raam. Ik doe mijn ogen dicht en open in de hoop dat mijn date is veranderd in een charmante prins. Helaas. Twee groen-bruine ogen monsteren mij van top tot teen. We zitten zwijgend tegenover elkaar. Elders met onze gedachten.

Ik weet weinig van hem. In zijn profiel staan alleen zijn naam en leeftijd: 49.

Op datingsites liegt iedereen over zijn leeftijd en deze man is daarop geen uitzondering. “Volgende week word ik 60”. “Kun jij het je voorstellen,” en hij trommelt op zijn borst. Eerlijk gezegd wel. “Iedereen schat mij tien jaar jonger”, gaat hij verder. “En ik voel me een jonge God.” “Dus ja ik moet wel he”. Anders krijg ik alleen post van oude knarren”. Hm, onaantrekkelijk en onaardig. Dodelijke combinatie. Mijn avond kan niet meer stuk.

Het restaurant loopt vol. Ik ruik de heerlijke tapas die op de armen van bevallige serveersters naar de tafels worden gebracht. Het voelt een beetje ongemakkelijk, uit eten met iemand die je niet kent en aan wie je de mooiste versie van jezelf wilt laten zien. Ik ben een kluns, niet alleen met eten trouwens. Er blijft altijd wel een sliertje sla of stukje broccoli tussen mijn tanden zitten. Of ik stoot een brandende kaars van tafel en laat het bestek op de grond vallen. Gelukkig hoef ik op mijn date geen indruk te maken. ’s avonds eet ik alleen groente en kip of vis. Toch hoor ik mezelf ‘ja’ zeggen als hij tortilla, vis en brood besteld. Zodra het eten op tafel staat gaat het gesprek alle kanten op, beide bang voor stiltes. We zijn niet geïnteresseerd in elkaar dus praten we over veilige onderwerpen, zoals voedsel en de gevaren van alcohol. Hij weet er best veel van want koken is zijn hobby. Dus vuur ik allerlei vragen op hem af. “Wat lekker is, is meestal ongezond, zegt de man, als ik hem vertel over het ene glas alcohol per dag en de latte macchiato’s die ik haal bij Starbucks. Hij drinkt alleen water uit de kraan. Saai hoor zeg ik.  “Ik vind het heerlijk en mis niks,” antwoordt de date zuinigjes. Ik voel de behoefte hem een mep te geven. Zoveel braafheid kan ik niet verdragen.

Iedere keer als hij me aankijkt, kijk ik de andere kant op. Niet uit verlegenheid maar ik heb geen zin in intimiteit. Er zal best een hoop goed aan hem zijn, maar ik vind hem saai en kijk om de haverklap op mijn telefoon. Sinds de batterijen van mijn horloge leeg zijn, ben ik voor de juiste tijd afhankelijk van Apple.

Mijn date doet ook geen moeite meer het gesprek gaande te houden en vraagt om de rekening. Buiten regent het steeds harder. “Je fiets kan niet in mijn auto”, zegt hij. “Dus ik kan je niet thuisbrengen.”

“Hoeft ook niet”, zeg ik.

Het is kwart over tien als we afscheid nemen, met lauwe zoen op de wang. Hij loopt richting parkeerterrein en kijkt nog een keer achterom: “Misschien tot ziens”.

“Wie weet”, antwoord ik opgewekt, maar ik hoop het niet.

Dan fiets ik weg. Als mijn fiets even verderop in de tramrails blijf haken en ik op de grond val, is hij gelukkig nergens meer te bekennen.

Thuis pingt m’n telefoon. Berichtje van de man. Die is snel.

 “Ik weet niet of je relatiemateriaal bent, maar ik ga je unmatchen op Tinder.”

Gelukkig ben ik hem voor. Ik overweeg te stoppen met daten. Heel even maar.